Door: Elky Rosa Gerritsen – eindredactrice nieuws
Wat is nieuws? Wie bepaalt wat nieuws is? Wat is de taak van nieuws en welke invloed heeft zij? Dit zijn vragen die ik mijzelf steeds bewuster stel sinds ik bij Nijmegen 1 werkzaam ben. Een sluitend antwoord heb ik hierop nog niet kunnen geven. Wel zijn er een aantal gebeurtenissen, overpeinzingen en ontwikkelingen die ik met jullie wil delen.
Op een van mijn eerste werkdagen werd ik naar de Botanische tuin gestuurd om een nieuwsitem te maken over een gehouden fotowedstrijd. De nieuwswaarde vond ik persoonlijk moeilijk in te zien. Komisch werd het, toen bleek dat de winnaar een foto van een rode kool had gemaakt. Vermoedelijk had de NOS hier nooit en te nimmer aandacht aan besteed. Hier betrapte ik mezelf erop dat ik te groot denk. Lokaal nieuws vraagt een andere blik dan nationaal nieuws. Wellicht vindt de Nijmegenaar het heel belangrijk om uitgebreid geïnformeerd te worden over een winnende rode kool. Het is tenslotte wel een gebeurtenis in onze stad en het is onze taak om dit te verslaan. Een week later mocht ik naar ‘de grootste pompoen’. De vraag ‘wat is nieuws?’, stak weer de kop op.
De vragen over nieuws laten mij niet meer los. In mijn zoektocht lees ik veel over de stand van zaken in de journalistiek en media. Het boek van Rob Wijnberg, De nieuwsfabriek. Hoe media ons wereldbeeld vervormen, was één van de vele boeken die ik las. Het boek ligt ten grondslag aan deCorrespondent.nl, een nieuwssite die op een andere manier nieuws wil brengen. Bijzonder aan dit boek is dat het precies verwoordde waar ik last van had bij het volgen en maken van nieuws. Ik volg het nieuws omdat ik wil weten wat er in de wereld om mij heen gebeurt.
Ik wil inzicht krijgen in processen. Ik wil weten hoe en waarom dingen gebeuren zoals ze gaan. Het huidige, snelle klimaat belet dit in een bepaald opzicht. Rob Wijnberg maakt dit met sprekende voorbeelden duidelijk in zijn boek. Eén voorbeeld gaat over één van de fundamentele tekortkomingen van nieuws waar, volgens Rob Wijnberg, slechts weinigen zich bewust van zijn. ‘De belangrijkste tekortkoming is dat nieuws, op een enkele uitzondering na, altijd gaat over uitzonderingen. Incidenten, ongeregeldheden, uitglijders, ongelukken, ongevallen, tegenslagen, fouten: dat is nieuws. Het beeld dat uit nieuws voortvloeit is dus in feite een plaatje van het absurde. Het nieuws biedt hierdoor niet meer ‘een blik op de wereld’ maar eerder het omgekeerde.’ Persoonlijk vind ik dit een ontnuchterende constatering die mij verder aan het denken zet. Ook over mijn eigen rol.
Ik moet constateren dat ook ik mee doe aan het creëren van een ‘absurd’ wereldbeeld. Op de redactie van Nijmegen 1 staan we te juichen als er een lijk in de Waal is gevonden, er een gebouw in brand staat of er iemand voor de trein springt. Hoe cru dit ook zijn mogen, maar deze gebeurtenissen worden gezien als ‘echt’ nieuws. Worden we er wijzer van? Naast deze houding zijn er allerlei redenen aan te voeren waardoor het moeilijker is om de gewenste journalistieke producten af te leveren. Om te beginnen is er een vast format. Een item mag maximaal 2 minuten duren en een kort nieuwsitem slechts 30 seconden. Idealiter heeft het nieuws bij Nijmegen1 vier items, drie ‘kortjes’, één cultuuritem en het weerbericht.
Twee minuten is soms te kort om uit te leggen hoe een besluit in de gemeenteraad tot stand is gekomen. Ik denk dat wanneer er ruimte wordt geboden aan de nuance, de context duidelijker wordt. Het bericht biedt dan inzicht in wat gaande is. Dit in tegenstelling tot het aan elkaar plakken van de juiste quotes. Typisch is ook de aanname dat wanneer er een quote van een wethouder of de burgemeester in het nieuwsitem zit, het item als ‘harder’ nieuws wordt beschouwd. Je moet je afvragen of deze personen ten alle tijden bijdragen aan de inhoud.
Hiermee wil ik niet zeggen dat we bij Nijmegen 1 verkeerd bezig zijn. Sterker nog, ik denk dat er allerlei stappen in de goede richting worden gezet. Wel wil ik kritisch blijven kijken naar hetgeen waar wij mee bezig zijn en bewustzijn creëren van de taak die wij als journalisten zouden moeten hebben.